Dit is een van de belangrijke boodschappen die Minister De Block aanhaalde in haar brief die ze recent richtte aan de directies van de Belgische ziekenhuizen en hun medisch-farmaceutische comités (zie voetnoot 1). Boodschap waar ook Medaxes zich bij aansluit.
In 2015 vertegenwoordigden de vier molecules waarvoor een biosimilar beschikbaar is in de Belgische ziekenhuizen een totale waarde van ca. €143 miljoen (zie voetnoot 2).
In tegenstelling echter tot andere Europese landen, was tot aan het begin van dit jaar het gebruik van biosimilars in de Belgische ziekenhuizen zo goed als onbestaande. Het is precies hierom dat Minister De Block op 7 januari l.l. met de sector een convenant afsloot, met de bedoeling in ons land eindelijk een doorstart te geven aan biosimilars.
Voor Medaxes is het duidelijk dat het convenant iets in beweging heeft gezet. Met name voor de meeste recente biosimilar, infliximab, is eind september het marktaandeel opgelopen tot 10%. Joris Van Assche, Managing Director van Medaxes: “Dit is een eerste, positieve aanzet. Het komt er nu op aan hierop verder te bouwen. Door maximaal in te spelen op de concurrentie tussen merk- en biosimilar-bedrijven kunnen ziekenhuizen aanzienlijke besparingen verwezenlijken op de aankoop van hun geneesmiddelen. Geld dat gebruikt kan worden voor een betere omkadering van de patiënten. Het verheugt ons dat Minister De Block in haar brief deze ‘best practices’ nadrukkelijk naar voren schuift; dit effect kan overigens alleen maar toenemen wanneer ook bestaande patiënten geswitcht worden naar een biosimilar-geneesmiddelen. De Belgische gezondheidszorg mag deze opportuniteit niet missen, zeker omdat er ook voor de komende jaren nog heel wat belangrijke biosimilars verwacht mogen worden (zie voetnoot 3)” .
Joris Van Assche
jva@medaxes.be
0475/36 80 17 en 03/820 14 88
1 Zie ook http://www.riziv.fgov.be/SiteCollectionDocuments/omzendbrief_actieplan_biosimilar.pdf
2 Omzet (af-fabrieksprijs) voor het totaal van de volgende vier molecules: erythropoëtine (voor de behandeling van bloedarmoede), filgrastim (voor de behandeling van o.a. een tekort aan bepaalde witte bloedcellen), infliximab (voor de behandeling van o.a. reuma, ziekte van Crohn, psoriasis) en FSH (follikelstimulerend hormoon, voor patiënten met een tekort aan dit hormoon). Gelet op de F-terugbetaling voor erythropoëtine werd ook de omzet van de langwerkende erythropoëtine in rekening gebracht; er bestaat voorlopig geen biosimilar van de langwerkende versie van EPO, maar de tussenkomst van het Riziv voor de langwerkende en de kortwerkende versies zijn op elkaar gealigneerd. Daarnaast zijn er ook biosimilars beschikbaar voor volgende molecules: somatropine (voor patiënten met een tekort aan groeihormoon) en insuline glargine (diabetes).
3 De registratie van biosimilars verloopt via het Europese geneesmiddelenagentschap (EMA). Naast de molecules onder voorgaande voetnoot vermeld, heeft het EMA ook reeds een marktvergunning afgeleverd voor de biosimilar van etanarcept (immuunziektes zoals reuma). In november 2016 had het EMA (CHMP) ook een positieve opinie afgeleverd voor 5 andere biosimilars; tevens waren er op dat moment 17 aanvragen voor biosimilars in het evaluatieproces.