In België worden al veel initiatieven genomen om apothekers en patiënten tijdig te bevoorraden, in samenspraak met het federaal agentschap voor geneesmiddelen en medische producten (FAGG). Als eerste in Europa zette het een meldingssysteem op “farmastatus” dat een doorgedreven transparantie verzekert rond de oorzaken en de duur van een onbeschikbaarheid ten behoeve van gezondheidsbeoefenaars en patiënten. Bedrijven langs hun kant voorzien voorzichtigheidshalve in een voorraad geneesmiddelen om apothekers rechtstreeks te kunnen bevoorraden zodat de beschikbaarheid gegarandeerd is voor de Belgische patiënt (contingentering).
Dat het dan soms toch misloopt, heeft te maken met het investeringsklimaat in Europa dat moeilijk verenigbaar is met de sterk neerwaartse druk op de prijzen van geneesmiddelen, het vrij verkeer van goederen in Europa en tot slot met de hoge kwaliteitseisen op geneesmiddelen met een erg complex productieproces.
Ten eerste stellen we vast dat het behouden van lokale productie in Europa een grote uitdaging is voor alle industriële sectoren. De hogere loon- en energiekosten maken dat de productie aan lage prijzen niet competitief is en dat die activiteiten verschuiven naar andere delen van de wereld. De farmasector ontsnapt niet aan die dynamiek. Enkel de activiteiten met hoge toegevoegde waarde die veel gespecialiseerde kennis vereist ontsnappen vooralsnog aan de dans. Maar het ontbreken van lokale productie is niet enkel een economische realiteit. Ook om de toegang aan goedkope geneesmiddelen aan ontwikkelingslanden te verzekeren is er veel druk om productiefaciliteiten te verschuiven naar die regio’s. Denk maar aan de politieke druk om lokale productie van COVID-19 vaccins in bijvoorbeeld Afrika te faciliteren. Bovendien, door de veelvuldige prijsdalingen van geneesmiddelen in het off patent segment, opgelegd door de overheid, zijn bedrijven soms niet langer in de mogelijkheid het geneesmiddel beschikbaar te houden en verdwijnt het definitief in België wat soms zeer nefast kan zijn voor de Belgische patiënt.
Ten tweede moeten geneesmiddelen in België kunnen circuleren volgens het vrij verkeer van goederen in de Europese Unie. Omdat de prijs van een geneesmiddel per land bepaald wordt door de overheden, zien we stromen ontstaan van landen waar de prijzen laag zijn naar landen waar deze aan een hogere prijs verkocht worden. Dit noemen we parallelle export. Verschillende partijen zoals de groothandelaars-verdelers zetten hier meer en meer op in, terwijl ze tevens de wettelijke verplichting hebben de Belgische markt te bevoorraden. Dit valt soms moeilijk met elkaar te rijmen. Het systeem van contingentering probeert daar een mouw aan te passen, maar het is vaak onmogelijk voor farmabedrijven om bij een exportlek voldoende snel in voldoende bevoorrading te voorzien. Een productie-opschaling is niet zo een eenvoudige zaak.
Tot slot nemen farmabedrijven geen enkel risico wat betreft de veiligheid en kwaliteit van de producten. Ook de controles zijn bijzonder streng in Europa. De productieprocessen van geneesmiddelen zijn zeer tijdrovend, bijzonder complex en kwetsbaar. De meeste vaccins bijvoorbeeld, hebben een productieproces dat meer dan 18 maanden in beslag neemt. Dat geldt ook voor andere biologische geneesmiddelen die op basis van levende cellen worden ontwikkeld. Een onverwachte gebeurtenis in één enkele stap in dit proces, kan soms niet meteen of op een eenvoudige manier opgevangen worden, wat grote vertragingen in de levering van een volgend lot kan genereren. Met alle gevolgen van dien, onder andere stockbreuken, vaak niet alleen voor de Belgische markt maar ook voor andere Europese of zelfs niet-Europese landen. Geneesmiddelen worden immers zelden voor één land geproduceerd, maar voor een hele regio of zelfs de wereld. Opschaling bij een verhoogde vraag kan niet zomaar. De grondstoffen zijn vaak ook schaars en daar dient zeer zorgvuldig mee worden omgesprongen. Aanhouden van grote reservevoorraden is daardoor niet verantwoord en zou tot een grote opwaartse prijzendruk kunnen lijden of zelfs tot schaarste aan andere geneesmiddelen die dezelfde grondstoffen behoeven.
De Belgische regering heeft de ambitie uitgesproken om onze positie als pharma-valley in Europa en zelfs in de wereld te bestendigen. Als sector zitten wij graag mee aan de tafel om die ambitie waar te maken. Met de minister van Volksgezondheid wordt de problematiek van onbeschikbaarheden besproken in het kader van het Speerpuntenbeleid voor geneesmiddelen. Om geneesmiddelen ook in de toekomst beschikbaar te maken en te houden voor de Belgische patiënt zullen we op lange termijn de nodige aanpassingen moeten doen om ons distributiesysteem minder vatbaar te maken voor allerlei externe factoren. Het aanmoedigen van een gezond competitief economisch klimaat dat meerdere actoren toelaat op de Belgische markt, is één van de nodige aanpassingen om een duurzaam distributiesysteem in plaats te brengen.
Dat is ons engagement ten aanzien van de maatschappij, een rol die wij als sector zeer ernstig nemen.
Jasmien Coenen, Managing Director Medaxes
Caroline Ven, CEO pharma.be
Marc Gryseels, Gedelegeerd Bestuurder Bachi