In #NoFilter gaat Medaxes in gesprek met actoren in de gezondheidszorg. Ook standpunten die afwijken van of zelfs diametraal staan op deze van Medaxes, worden niet geweerd. Zonder taboes. Medaxes staat voor een open dialoog met woord en wederwoord. Ongefilterd en ongezouten. Dat zit in ons DNA.
Vandaag aan het woord:
“Over sommige zaken zullen we het roerend eens zijn, over andere minder of zelfs helemaal niet. Maar één ding is zeker: de bereidheid om naar wederzijdse standpunten te luisteren is het begin van alles”, steekt Joris Van Assche van wal.
Meteen een eerste stelling waarmee APB het … roerend eens is. Koen Straetmans: “Als apotheker staan we in voor uitleg en advies over het goed gebruik van geneesmiddelen. Op die manier creëren we mee het goede imago van geneesmiddelen naar de brede bevolking. In dialoog gaan met de geneesmiddelenindustrie vinden we dan ook belangrijk.”
Koen Straetmans: “We zijn ons goed bewust van het belang ervan. Eerst en vooral zitten heel veel evidence-based moleculen intussen al in het off-patent segment, zeker als het gaat over de medicijnen die we zien in de officina-apotheek. En uiteraard dragen generische en goedkope off-patent geneesmiddelen ook bij tot de toegankelijkheid van de farmaceutische zorg voor de burger en creëren ze budgettaire ruimte voor nieuwe therapieën (die wat ons betreft vaker in de eerste lijn ingezet mogen worden).
Financiële toegankelijkheid is echter meer dan 'zo goedkoop mogelijk'. Er is de laatste jaren enorm veel druk geweest op het off-patent segment. Als je enkel op de prijzen focust, lijkt dat misschien positief. Maar wie verder kijkt, ziet dat de bodem stilaan bereikt is. Met als gevolg dat verschillende geneesmiddelen korte of langere tijd onbeschikbaar zijn en sommige zelfs helemaal van de Belgische markt verdwijnen. Meer dan inzetten op nóg verdere prijsdalingen denk ik dat we moeten streven naar een hoger marktaandeel van generische, biosimilaire en goedkope geneesmiddelen.”
Joris Van Assche: “Daarin volg ik je volledig. De huisartsen hebben de voorbije jaren een enorme inspanning geleverd bij het voorschrijven. Dat heeft er mee voor gezorgd dat als je het generische en goedkope segment samentelt in ons land, je aan een marktaandeel van 70% komt. Maar in sommige specialisaties blijft het aandeel generische, goedkope en biosimilaire geneesmiddelen vandaag nog altijd schrijnend laag. Dat moet dringend anders, want qua prijsdalingen is de bodem volgens ons inderdaad echt wel bereikt. Het is niet zomaar dat vorig jaar 1 op de 5 generische geneesmiddelen definitief van de markt is verdwenen in België [lees HIER meer].”
Joris Van Assche: “In het nieuwe pact met de farmaceutische industrie zullen generische en biosimilaire geneesmiddelen hopelijk voldoende ademruimte krijgen. Het zijn immers die geneesmiddelen die voor concurrentie zorgen op de markt, niet de goedkope merkgeneesmiddelen. Die laatste zijn óók belangrijk voor de financiële duurzaamheid, maar ze vloeien voort uit de aanwezigheid van generieken en biosimilars. Ik heb er trouwens goede hoop op dat die ademruimte er komt. Op ons webinar in oktober gaf minister Vandenbroucke zelf aan dat de bodem in een aantal gevallen echt wel is bereikt [bekijk de tussenkomst van de minister HIER].”
Joris Van Assche: “Ik kom zelf uit een apothekersfamilie, ik moet dus opletten wat ik zeg (lacht). Alle gekheid op een stokje: ik geloof zeer sterk in de positieve rol van de apotheker in een steeds complexer wordende gezondheidszorg. Apothekers zijn voor veel mensen de meest laagdrempelige eerstelijnswerkers. Ze zijn cruciaal voor de farmaceutische zorg, maar hun rol reikt nog veel verder. COVID-19 toont dat zeer duidelijk aan. Overal vullen apothekers andere taken in naast farmaceutische zorg. En ik ben ervan overtuigd dat die evolutie nog maar in haar kinderschoenen staat. We ain’t seen nothing yet.”
Koen Straetmans: “De toegankelijkheid van de apotheker is inderdaad een ongelofelijke troef. Uit bevragingen blijkt bijvoorbeeld dat voor een banale gezondheidsklacht 1 op de 3 mensen naar de huisarts gaat, 2 op de 3 naar de huisapotheker. Dat zeg ik niet om op te scheppen of om het belang van de huisarts te minimaliseren, wel om te tonen hoe mensen de huisapotheker zien. Er zijn 4.700 apotheken, 12.000 apothekers en 6.000 apotheekassistenten in ons land. Samen zijn we goed voor een half miljoen (!) contacten per dag. Dat is een gigantisch potentieel.”
De hoofdboodschap van APB is dan ook duidelijk: als er handen en hersenen nodig zijn in de zorg, gebruik ons dan alsjeblieft. We kunnen op verschillende manieren gezondheidswinst helpen creëren: met goede farmaceutische zorg, preventie en oriëntatie. Op het vlak van preventie kunnen we bijvoorbeeld een rol spelen bij de vaccinatie. Néén, we willen vaccinaties niet afnemen van de huisarts! Maar we zien mensen die vandaag níet bij de huisarts geraken en dus ook geen vaccin krijgen. Als apotheker kunnen we helpen om die groep tóch gevaccineerd te krijgen.
Idem voor oriëntatie. Willen we aan diagnostiek gaan doen en zo werk afnemen van de huisarts? Wat we willen doen, is vroegtijdig potentiële problemen detecteren en mensen sneller naar de huisarts leiden. Diabetes is daar een mooi voorbeeld zijn. 1 op de 3 mensen loopt rond met diabetes zonder het te weten. Het is niet aan de apotheker om de diagnose te stellen, maar we kunnen wel helpen objectiveren of iemand naar de huisarts moet of niet. En hoe vroeger een diabetespatiënt de juiste zorg krijgt, hoe beter.
Een ander voorbeeld is automedicatie. Als apotheker zien we het als een belangrijke taak om de patiënt daarin te begeleiden. Via verantwoorde, goed begeleide automedicatie kunnen we de druk op klinisch geschoold personeel voor een stuk verlichten en onnodige kosten helpen vermijden. Omgekeerd kunnen we mensen aanraden om meteen naar de huisarts te gaan als we inschatten dat dat nodig is. Of we kunnen overconsumptie en/of verkeerd gebruik tegengaan. Neem het voorbeeld van bepaalde pijnstillers. In andere landen is duidelijk gebleken dat langetermijngebruik voor gezondheidsproblemen kan zorgen en dus ook kosten voor de overheid met zich meebrengt. Als apotheker kunnen we chronisch gebruik helpen afraden.”
Joris Van Assche: “Het hele debat rond taakverdeling tussen apothekers en huisartsen zorgt soms voor spanning. Het is niet aan Medaxes om daar scheidsrechter in te spelen. Maar de vraag is voor mij niet of de apotheker meer zorgtaken op zich kan en moet nemen, wel hoe we dat zo goed mogelijk kunnen organiseren. Het antwoord daarop is duidelijk: door daar in alle transparantie en zonder wantrouwen over te overleggen met alle betrokkenen.”
Koen Straetmans: “Het goede nieuws is dat apothekers en artsen vandaag al zeer goed samenwerken op het terrein. Op het niveau van beroepsverenigingen en overlegorganen zie je soms nog sterke stellingnames en positioneringen, maar met APB volgen we daar altijd hetzelfde principe: het draait om de patiënt, niet om ons.”
Koen Straetmans: “Afhankelijkheid van benzodiazepines is al langer een probleem, dat is gekend. Eerder dit jaar hebben we daar een voorstel rond ingediend bij het RIZIV in het kader van het meerjarentraject RIZIV gezondheidszorgbegroting 2022-2024. Als er budgettaire ruimte is, wil het RIZIV immers op vernieuwende projecten die werken rond gezondheidszorgdoelstellingen. Dat is een manier om voor een stuk los te komen van de traditionele aanbodgestuurde financiering die vaak nog in silo’s georganiseerd is en te komen tot vernieuwende, interdisciplinaire oplossingen.
Rationeel en geoptimaliseerd geneesmiddelengebruik is één van de gezondheidszorgdoelstellingen die APB samen met de ziekenfondsen uit het RIZIV-overleg naar voren heeft geschoven. Daarbij hebben we o.a. ook een zeer concreet initiatief voorgesteld: patiënten die afhankelijk zijn van benzodiazepines helpen om hun gebruik geleidelijk af te bouwen via een magistrale afbouwtherapie. De huisarts en de apotheker zullen daarbij zeer nauw samenwerken. Dat idee is intussen goedgekeurd en gaan we de komende maanden in detail uitwerken.”
Joris Van Assche: “Dergelijke projecten zijn zeer nuttig. Ze laten toe om nieuwe dingen uit te testen die anders niet meteen mogelijk zijn. Over de afhankelijkheid van benzodiazepines zelf wil ik nog even iets kwijt. Eerst en vooral wat context: het gebruik is de laatste 4 jaar met 16% gedaald in ons land. Het probleem is daarmee nog niet van de baan, maar we mogen evenmin verglijden in een opbod aan nodeloze negativiteit.
Wat ik vooral wil meegeven, is dat we daar vanuit de industrie óók onze verantwoordelijkheid willen opnemen. Sommigen zetten ons weg als schurken die opzettelijk alleen maar grote verpakkingen op de markt zetten om verslavingen in stand te houden of zelfs te induceren. Zo’n uitspraken vind ik eerlijk gezegd grotesk. Het fundamentele probleem is dat kleine verpakkingen van benzodiazepines haast niet voorgeschreven worden, ook al zijn ze beschikbaar. Ik hoop dat we met alle stakeholders samen kunnen bekijken hoe we ook daar iets aan kunnen doen.”
Koen Straetmans (APB)
Joris Van Assche (Medaxes)
Interview door Woord bij Daad
* Deel 2 van het interview volgt in onze newsletter van januari 2022.